Levensbeschrijving

Jonkheer Maurits Carel Theodore van Lennep (Hoenderlo, 18 november 1884 - Bussum, 9 mei 1956) was de zoon van jhr. dr. Maximiliaan Frederik van Lennep en Emilie Marie Antoinette van Eeghen en de achterkleinzoon van de bekende schrijver Jacob van Lennep. 

Van Lennep volgde het gymnasium in Haarlem en ging vervolgens rechten studeren in Leiden, een studie die hij wegens ziekte moest afbreken. Men benoemde hem nu tot directeur van Brand Assurantie Maatschappij  te Amsterdam, waarna Van Lennep enige jaren later een eigen firma, onder de naam Toe Laer en Van Lennep, oprichtte. Die bestond echter niet lang want al snel werd Van Lennep benoemd tot firmant van de assurantiefirma Weduwe J. van Bosse en Zoon. 

In de periode tussen 1913-1922 was hij daarnaast actief als agent voor Amsterdam van de Rotterdamse Hypotheekbank en vanaf 1924 onderdirecteur van het Comité voor inwendige zending in Nederland (het overkoepelend orgaan voor al het Protestants-Christelijke maatschappelijke werk in Nederland).

Dit omvatte de kinderbescherming, ziekenzorg, zorg voor ouden van dagen, reclassering, jeugdwerk en evangelisatie.   

Van Lennep werd in 1926 benoemd tot directeur van de Centrale Bond, een positie die hij in 1938 wegens gezondheidsredenen moest opgeven. Hij bleef echter wel in functie als adviseur en lid van het directorium. 

Andere nevenfuncties die Van Lennep bekleedde waren die van bestuurslid van de Martha Stichting in Alphen aan de Rijn en commissaris van "Het Boekencentrum" (de uitgeverij van de Nederlands-Hervormde Kerk). 

In de latere periode van zijn leven was Van Lennep jarenlang curator en president-curator van het Christelijk Lyceum te Bussum.  Hij schreef onder meer het "Handboek voor Christelijke arbeid". 

Van Lennep, die meer dan dertig jaar aan de Evertslaan in Bussum woonde, stierf aldaar onverwacht op 9 mei 1956 in de leeftijd van 71 jaar. Hij werd op de Algemene Begraafplaats ter ruste gelegd. Hij was Officier in de Orde van Oranje-Nassau. 

Tijdens de graflegging kenschetste A. Otter, directeur van het Centraal Bureau Van Lennep als: "een nobele figuur, wiens levenswerk op het terrein van het Protestants-Christelijke maatschappelijke werk lag. Hij was een zeer gewaardeerd medewerker, vooral door zijn oordeel, kennis van zaken en scherp inzicht.