Historie

De Nagtglassloot is van oorsprong een zandafgravings- of zanderijsloot.

De eerste zandsloot in de Bussumse regio was de waterweg die in 1651 van de vestingstad Naarden naar Bussum werd gegraven. 

De Staten van Holland namen indertijd de beslissing om tot een kilometer afstand van de Vesting Naarden de hogere gronden tot op het leliepeil af te graven, zodat dit terrein, tijdens een dreigende aanval, onder water kon worden gezet. Dat was het startsein waarop men in en om Bussum op grote schaal zand begon af te graven.  

Ten behoeve van deze activiteit ontstond vervolgens een stelsel van zanderijsloten, waarvan de Nagtglassloot er een was, waarover het materiaal afgevoerd werd.

Brug over de Nagtglassloot

In 1928 werd een brug, die Naarden en Bussum moest verbinden en die is gelegen ter hoogte van de kruising van de Brediusweg met de Paulus Potterlaan, over de Nagtglassloot aangelegd.

Architect Jan Dullaart maakte voor dit doel een ontwerp voor een vaste betonnen brug met gemetselde landhoofden.

De brug kreeg granieten consoles,  ijzeren brugleuningen en vier bij de brug behorende lantarens (uitgevoerd in koper en aluminium).

In het graniet van de brug werden de gemeentewapens, de naam van de bouwmaatschappij NV Gooisch Grondbezit en het jaartal 1929 uitgehouwen.

Vuilstort -en waterloospraktijken der Gemeente Bussum

De Gemeente Bussum faciliteerde gedurende vele jaren vuilstortplaatsen aan de Nagtglassloot. Toen zij in de jaren dertig uiteindelijk door het Provinciaal Bestuur gedwongen werd deze stortplaatsen op te heffen verzuimde de gemeente al het vuil, dat in de loop der jaren naast de vele schuiten was gestort, op te ruimen.

Uit een onderzoek onder leiding van de Gezondheidscommissie bleek dat de Bussumse wateren door de praktijken van de Gemeente Bussum in stinkende sloten vol ratten waren veranderd.

Toen aan het begin van het jaar 1934 ten behoeve van een drainering grote hoeveelheden water in de sloot werden gestort, waarbij drijvende eilanden van opgestuwd bodemvuil ontstonden, die meer dan een decimeter boven het water uitstaken, werd de Gemeente Bussum ter verantwoording geroepen.

Nog tot ver in de jaren tachtig bleef de Gemeente echter volharden in haar malafide praktijken en vervuild water, afkomstig van de Bussumse huishoudens, lozen in de Nagtglassloot.

Ook een zuiveringsinstallatie kon aan de stank en het vrijkomende schuim (door fosfaten) geen einde maken. Pas in 1983 werd de zuiveringsinstallatie Horstermeer in gebruik gesteld en kwam er een einde aan de lozingen in de Nagtglassloot.